Excellent onderzoek leidt tot slimme sensoren

Smartphones die op basis van de signaalsterkte van het GSM-signaal weten waar ze zich bevinden, slimme radars op schepen, of sensoren in auto's die de veiligheid bevorderen. Allemaal toepassingen van sensoren en geavanceerde signaalverwerking die in steeds meer apparaten aanwezig zijn en de meest uiteenlopende dingen meten. Zo zijn er meer geavanceerde sensoren, zoals radar, infrarood, TV en versnellingsopnemers maar ook eenvoudige sensoren, zoals bewegingsmelders, chemische of temperatuursensoren. Het is de kunst om deze sensoren te blijven verbeteren en ze steeds beter met elkaar te laten communiceren. Hiervoor is zeer specifieke kennis nodig uit verschillende disciplines.

 

Om deze sensoren verder te kunnen ontwikkelen doet Thales Nederland mee aan een Marie Curie Initial Training Network op het gebied van slimme sensoren, MC Impulse. Thales voert het coördinatorschap. In het netwerk zitten, naast Thales, ook de Universiteit Twente, de UT spin-off Xsens Technologies en als buitenlandse partners Saab, Rinicom, Lancaster University, Linköping University en het Fraunhofer Institut FKIE. Deelname aan dit project biedt Thales de kans om drie buitenlandse onderzoekers te laten werken aan de ontwikkeling van nieuwe algoritmes voor verbetering van de signaalverwerking in de radarsensoren en uiteindelijk, betere producten. De onderzoekers, op hun beurt, krijgen een opleiding en doen ervaring op in een stimulerende, internationale en interdisciplinaire omgeving. Thales heeft de kandidaten gevonden binnen haar eigen, brede netwerk van contacten en via de website van de Europese Commissie, EURAXESS.
Het onderzoek richt zich op nieuwe, geavanceerde signaal- en dataverwerkingsmethoden. Met deze methode, ook wel particle filtering of sequential Monte Carlo genaamd, proberen we meer en betere informatie uit complexe dynamische systemen te verkrijgen. Dit vakgebied is in de Nederlandse academische wereld nu nog onderbelicht, dit in tegenstelling tot het Nederlandse bedrijfsleven, waar diverse toepassingen zijn ontwikkeld. In Zweden of het Verenigd Koninkrijk wordt door academici ook al veelvuldig met deze methode gewerkt, een voorname reden om juist met universiteiten uit deze landen samen te werken.

Hoge kwaliteit onderzoekers
Hans Driessen, verantwoordelijk voor de wetenschappelijke leiding van het project en supervisor van de drie onderzoekers bij Thales: “De kwaliteit van de jonge onderzoekers is hoog en ondanks een zeker gebrek aan ervaring is het verfrissend met ze te werken en straalt het enthousiasme ervan af. Dit project biedt ons de mogelijkheid om voor drie jaar mensen in te huren die specifieke dingen kunnen. Dingen waar het vaste personeel minder op ingespeeld is of geen tijd voor heeft. Het aantal mensen dat je in Nederland kunt vinden dat hiervoor geschikt is, is helaas niet hoog. Hoe verleid je buitenlanders om naar Hengelo te komen? De kwaliteit van ons consortium en het cachet van een internationaal Marie Curie project hebben ons geholpen om hele goede kandidaten te vinden.”

Marie Curie netwerk geeft extra boost
Projectmanager Victor Paashuis: “Voor Thales Nederland is dit de derde ervaring met een Marie Curie project. Het bevalt nog steeds uitstekend. De organisaties in het netwerk kenden elkaar al, en het is prettig samenwerken met mensen die je vertrouwt. Dankzij het Marie Curie netwerk krijgt de samenwerking nu een extra boost.” Hans Driessen: “Het is leuk om te zien hoe problemen in de verschillende producten van de partners teruggevoerd kunnen worden tot dezelfde basis algoritmiek en dat je daar samen dezelfde oplossingsmethoden voor kunt ontwikkelen. Door deze open innovation benadering hoef je niet alles zelf te doen en breng je elkaar op ideeën. Uiteraard verwerkt iedere partner die dan op hun eigen manier in de eindtoepassing.” Victor Paashuis: “We hebben in een consortium agreement goede afspraken gemaakt over datgene wat we delen en samen ontwikkelen.” Het project loopt nu iets langer dan een jaar en ondanks dat de jonge onderzoekers bij Thales nog niet zo heel lang bezig zijn, liggen er al resultaten voor de eerste publicaties.
Paashuis: “Wij doen graag mee aan dit soort projecten. Bij de laatste call voor Marie Curie Initial Training Networks hebben we weer een voorstel ingediend. Uiteraard is een voorwaarde dat je een onderwerp kiest dat goed past bij de strategische agenda van het bedrijf. Bij ons is het niet nodig om mensen over te halen mee te doen. Integendeel, we zien deze projecten graag.”

KP7
De Marie Curie Initial Training Networks zijn onderdeel van het People programma binnen KP7, dat gericht is op kennisverbreding bij onderzoekers en kennisoverdracht tussen organisaties. Projecten kunnen worden ingediend met een vrije keuze van onderwerp, uit alle mogelijke sectoren.
De volgende call wordt in de tweede helft van 2011 verwacht (deadline begin 2012).

Voor meer informatie over het project: http://mcimpulse.isy.liu.se/