Industrie: meer productie en omzet

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in december 2011 ruim 1 procent groter dan in december 2010. In november leverde de industrie nog 1 procent minder productie dan een jaar eerder. De industrie behaalde in december 6 procent meer omzet dan een jaar eerder. De samenstelling van de werk- en feestdagen was echter minder gunstig dan in december 2010. Het negatieve effect hiervan op de omzetontwikkeling wordt geraamd op ongeveer 4 procent. De producten van de industrie waren 6 procent duurder dan een jaar eerder.

 

afbeelding: Productiegroei en producentenvertrouwen

De stemming onder ondernemers in de industrie is in januari 2012 nauwelijks veranderd. Het producentenvertrouwen kwam uit op -1,4 in januari tegen -1,3 in december 2011.
In het vierde kwartaal van 2011 kromp de Nederlandse economie met 0,7 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In het derde kwartaal was er nog sprake van een groei van 1,1 procent.

Oordeel over voorraden verslechterd
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de voorraden gereed product, de verwachte productie in de komende drie maanden en het oordeel over de orderpositie. 
Het oordeel over de voorraden gereed product verslechterde in januari 2012. Daarnaast waren de ondernemers iets somberder over hun toekomstige productie dan in december. Over de orderpositie waren de ondernemers daarentegen minder pessimistisch dan voorgaande maand.
Het aantal ondernemers dat aangaf dat de waarde van hun orderontvangsten in de afgelopen drie maanden is toegenomen was kleiner dan het aantal dat de waarde van hun orderontvangsten zag afnemen. Met 102,1 was de index orderpositie (orders uitgedrukt in maanden werk) iets hoger dan in december (101,5).
Net als in de voorgaande maanden was het aantal ondernemers dat dacht hun personeelsbestand in het komende kwartaal in te krimpen groter dan het aantal dat een uitbreiding voorzag. De ondernemers verwachtten hun verkoopprijzen te verhogen.
Met 79,0 procent lag de bezettingsgraad in januari iets lager dan in oktober (80,1 procent). Net als in oktober gaf een kwart van de ondernemers aan last te hebben van onvoldoende vraag. Het aantal ondernemers dat de productiecapaciteit te groot vond was even groot als het aantal dat de productiecapaciteit als te klein beoordeelde. De concurrentiepositie is volgens de ondernemers niet veranderd in de afgelopen drie maanden.

Toename voorraden onverminderd groot
De ondernemers in de industrie hielden in november bijna 12 procent meer voorraad gereed product aan dan in november 2010. De toename was daarmee ongeveer even groot als in oktober. De voorraden zijn al bijna een jaar lang onafgebroken groter dan een jaar eerder. De index van de voorraden gereed product (2005=100) kwam in november uit op 110,1 tegen 108,7 in oktober.

Vooral voedings- en genotmiddelenindustrie produceert meer
De productie van de voedings- en genotmiddelenindustrie was in december 5 procent hoger dan een jaar eerder. De basismetaal- en metaalproductenindustrie produceerde 1 procent meer. Bij de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie en de transportmiddelenindustrie nam de productie juist met 1 procent af. De productie in de elektrotechnische en machine-industrie bleef met -5 procent het meest achter bij die in december 2010.

Binnenlandse omzet neemt meer toe dan buitenlandse omzet
Alle branches realiseerden in december 2011 meer omzet dan in december 2010. De toename was het grootst bij de transportmiddelenindustrie (+15 procent) en de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie (+12 procent).De omzet van de overige branches in de industrie nam slechts licht toe.
Voor de derde achtereenvolgende maand was de omzetgroei op de binnenlandse markt hoger dan op de buitenlandse markt. Daarvoor groeide de omzet op de buitenlandse markt bijna twee jaar lang meer dan de binnenlandse omzet.

Economie krimpt
In het vierde kwartaal van 2011 kromp de Nederlandse economie met 0,7 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In het derde kwartaal was er nog sprake van een groei van 1,1 procent. De krimp van de consumptie was groter dan in het derde kwartaal en de groei van de uitvoer en de investeringen kleiner.
De goederenproducenten leverden 3,0 procent minder productie dan in het vierde kwartaal van 2010. Mett 15 procent was de productiekrimp verreweg het grootst in de delfstoffenwinning. De industriële productie kromp met 0,8 procent. De bouwproductie groeide wel, maar met 0,8 procent was de groei wel bescheiden.
De consumptie door huishoudens was 1,8 procent lager dan in het vierde kwartaal van 2010. Aan goederen werd 3,8 procent minder besteed, aan diensten werd evenveel uitgegeven. Door het relatief zachte weer werd er veel minder aardgas verstookt. Dit drukte de consumptie fors, maar ook aan andere producten dan aardgas werd minder gespendeerd. De overheidsconsumptie was 0,2 procent lager dan een jaar eerder.

De uitvoer van goederen en diensten groeide met 0,4 procent en de invoer met 0,6 procent. Daarmee was zowel de toename van de uitvoer als die van de invoer een stuk kleiner dan in het derde kwartaal. In het vierde kwartaal was de uitvoer van goederen van eigen bodemm 2,3 procent lager dan een jaar eerder. De uitvoer van diensten en de wederuitvoer waren daarentegen hoger.
De investeringen waren 2,9 procent hoger dan in het vierde kwartaal van 2010. De groei was daarmee kleiner dan in het derde kwartaal (5,0 procent). Vooral in personenauto’s en vrachtwagens werd in het vierde kwartaal meer geïnvesteerd dan een jaar eerder. 

www.cbs.nl