Google investeert voor een miljard in de bouw van een tweede datacentrum in Nederland en de uitbreiding van het al bestaande centrum in de Eemshaven. Daarmee staan er straks in Nederland 95 grote datacentra die voor een belangrijk deel als taak ons Internetverkeer hebben.
Je zou zeggen dat we met dit aantal zo langzamerhand wel genoeg hebben, maar helaas is dat niet waar. Overal op aarde moet nog extra capaciteit uit de grond gestampt worden om IoT en IIoT mogelijk te maken en er voor te zorgen dat ook in de derde wereld de mensen over internet kunnen beschikken.
Nu is in de arme landen de infrastructuur dusdanig slecht dat snel internet een hele opgave wordt. Elon Musk bedacht dat dit anders moet kunnen. Vanaf mei dit jaar is zijn bedrijf SpaceX bezig om satellieten in een baan om de aarde te brengen die overal op aarde snel internet mogelijk moeten maken. Nu zijn er al 60 die in een lage baan (550 km) om de aarde draaien en naar verwacht zijn dat er volgend jaar ruim 720. In totaal moeten het 12.000 satellieten worden die elk ruim 200 kg wegen. Dit zijn dus geen kleine satellieten zoals de Hiber-satellieten voor IoT-applicaties die ongeveer zo groot zijn als een melkpak.
Door de afmetingen van de satellieten van Elon Musk zijn ze op aarde goed te zien en juist daarom zijn met name de verschillende sterrenwachten absoluut niet blij met dit initiatief. Als zij straks een opname van de sterrenhemel willen maken met een zeer lange sluitertijd, dan denderen daar de satellieten van SpaceX heerlijk dwars doorheen. Wat dat voor plaatjes op zal leveren, valt niet moeilijk te raden. De vooruitgang op het ene gebied is dus een aanzienlijke achteruitgang op een ander gebied. Straks kunt u op uw safaritochten door de binnenlanden van donker Afrika volop genieten van snel internet, maar google niet naar plaatjes van de vele sterren boven u. De foto’s van de hemel op internet worden dan doorkruist door de satellieten die het internetverkeer verzorgen. Hier stoort internet dus het internet en is de vooruitgang een achteruitgang waar we maar mee moeten zien te leven.
