Gebouwen zijn vreemde producten. Heel anders dan iPads of auto's of multimeters. Om de zoveel tijd een nieuw model uitbrengen, steeds kortere time-to-market, exporteren, offshoring, productie in verre landen, het gaat allemaal niet op bij gebouwen. Sommige trends probeert de gebouwenmarkt wel te volgen. Massaproductie, versnelde afschrijving en ja, toch ook wel een beetje de mode van nieuwe vormgeving, modellen, zou je kunnen herkennen. Het lijdt tot massale leegstand die veel meer in het oog springt als verspilling dan mobieltjes die na gebruik van een maand vervolgens jaren in een kast blijven liggen.
Een octrooi op een gebouw aanvragen, dat doe je ook niet zo gauw. De waarde zit vaak in de plek waar het staat, een ‘zichtlocatie’, extra waarde vanwege andere gebouwen in de omgeving. Een oud gebouw kan soms meer waard zijn dan een nieuw gebouw dat een paar jaar leeg staat.
Verspilling, gebrek aan duurzaam gebruik, wordt bij gebouwen snel voor iedereen zichtbaar. En toch gaat het maar door. Nieuwbouw blijft aantrekkelijker dan het vernieuwen van gebouwen. Is voor een bouwer en een projectontwikkelaar blijkbaar nog steeds meer aan te verdienen. Veel bedrijven of ministeries willen vooral in een nieuw gebouw zitten, elke paar jaar weer, als in een nieuwe auto rijden, dat geluksmoment, dat imagoaspect van ‘bij de tijd’ zijn.
De metafoor met de auto even vasthouden. Bij auto’s is het gelukt om hightech functionaliteit te verheffen tot koopemotie. Zelfs hightech functionaliteit die haar functie ontleent aan vermeende duurzaamheid, hybride of zelfs elektrische aandrijving, de boardcomputer die je vertelt wat er aan de hand is en voor jou ingrijpt als er gevaar dreigt. Dat soort zaken wil maar niet verkopen in gebouwen. Hoe komt dat, wat doen we daar aan?
Zijn bouwers misschien te dom? Vast niet. Snappen ze te weinig van automatisering? Zou best eens kunnen. Angst dat het niet blijkt te werken. Projectontwikkelaars zien het belang niet, da’s kip en ei. Hun gebouw moet er sexy uitzien. Hightech mag wel, als het maar niks kost. Dat het niet werkt is voor de ontwikkelaar niet erg. Eer de gebruiker dat merkt is die ontwikkelaar allang achter de horizon. De belegger dan? Die kan toch meer huur vangen tegen minder energie- en andere kosten?
Zou zo zijn, als die ontwikkelaar en die bouwer er niet waren geweest. Die twee zorgden er eerder voor dat hooguit niet werkende systemen op een koopje in het gebouw kwamen. En als het niet vóór je werkt, dan werkt het tegen je. Ontevreden huurders en extra onderhoud- en aanpassingskosten. Gevolg? De hele bouwketen roept of denkt, ‘blijf weg van hightech’.
Zou het ooit anders kunnen worden? Wel wis en waarachtig. De gebruiker en de automatiseerder kunnen samen iets veranderen. Gebruikers gaan technologie eisen van hun landlord. De automatiseerder gaat weigeren ook maar iets te installeren dat niet voldoet aan kwaliteits-, duurzaamheids-, functionaliteits-, onderhoudbaarheid- en gebruiksgemakeisen. Dit is het gesternte waaronder een nieuwe branchevereniging is geboren, de Nederlandse Brancheorganisatie voor Gebouw Automatisering. Geloof het of niet, maar die branche bleek nog niet te zijn georganiseerd. Misschien was het tot nu toe die kip in het ei.
Zijn overigens niet de minste bedrijven die zich nu sterk gaan maken: Imtech, Cofely, Schneider Electric, Deerns, Royal Haskoning, Honeywell, Priva, Johnson Controls, Kropman, Unica, Siemens om er een paar te noemen. Er is veel werk aan de winkel. Ook hier kan Nederland nu een voorsprong nemen. Vrijwel nergens staan zo veel bedrijfsgebouwen in zo’n klein landje zo dicht bijeen, is de openbare infrastructuur zo sterk ontwikkeld. En ja hoor, we hebben inmiddels net zo veel leegstaande gebouwen als de meest verpauperde steden van de wereld.
Dat die leegstand, symbool van foute vormen van kapitalisme, niet lang meer geaccepteerd zal worden, blijkt uit de Occupy-beweging. Hoe maatschappelijk relevant kan gebouwautomatisering worden. Hightech in gebouwen kan niet uitblijven. Bovendien, Nederland wordt steeds meer een labland, een land vol met laboratoriumgebouwen, roep ik al een paar jaar. En stel je toch eens een laboratoriumgebouw voor zonder hightech. No way toch? Dan heb ik nog niet over het snel groeiende aantal datacenters.
Heeft u het overigens meegekregen? De eerste projectontwikkelaar die internationaal furore maakt met de herontwikkeling van gebouwen? Coen van Oosterom, recent gehuldigd door Bill Clinton om zijn duurzaamheidprestaties. Blijkt dus toch te kunnen, miljarden aan projectontwikkeling in bestaande gebouwen. “Door de markttrend te doorbreken om vanuit de eindgebruiker in plaats van locatie te gaan ontwikkelen” staat op zijn website. Ik ben eigenlijk wel benieuwd of hij al door heeft dat je dat moet doen met hightech automatisering. De nieuwe brancheorganisatie gaat het hem zeker vertellen.
Slim ook dat die club is opgezet binnen FHI, federatie van technologiebranches. Slim ook dat één van de kleinere, snel groeiende bedrijven, Vedotec, zijn directeur grootaandeelhouder ‘uitleent’ als voorzitterinitiatiefnemer, Piet van Veelen. Het kan niet anders, hier gaan we meer van horen. Nog beter, hier gaan we met ons allen van profiteren, onze gebouwde omgeving mee redden. Eindelijk terug bij mijn afstudeervak, planologie.