Gaan we de lucht in en gaan we de grond in, dat waren de vragen van de afgelopen weken. Ik heb het dan over de JSF en de proefboringen naar schaliegas. Beide zijn voor de overheid grote pijnpunten en als je nu kijkt wat er besloten is, dan vraag ik mij af of het slim is. Uit de Miljoenennota valt op te maken dat het kabinet kiest voor langjarig consistent beleid waar het gaat om versterking van het Nederlandse bedrijfsleven en dan met name als het gaat om export.
Zowel bij de JSF als bij het schaliegasverhaal krijgt de Nederlandse industrie de nodige zetten vooruit, maar gaat het niet echt om export. In beide gevallen is het geld uitgeven voor eigen gebruik, gebruik met grote vraagtekens.
FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming schreef onlangs in een persbericht: “De export is de economische levensader voor Nederland. Het kabinet ziet dat ook en heeft daar beleid op gestoeld.” Zij verliest echter uit het oog dat naast deze goede bedoelingen van het kabinet er nu wel bakken met geld uitgegeven worden die niet direct tot stimulering van de export zullen leiden. De aanschaf van de JSF kost bakken met geld en de toestellen blijven geld vragen, alleen al om operationeel te blijven. Daarnaast kost ook het besluit om eerst nog eens een diepgravend onderzoek te doen naar schaliegas ook meer dan je zou verwachten. Daarbij begint het met het vinden van een onafhankelijke expert. Die bestaat eigenlijk niet, want als het om onafhankelijkheid gaat, dan is die ver te zoeken. Alle specialisten op dit gebied behoren of tot de voorstanders die een groot eigen belang hebben of tot de milieuactivisten die ook zo hun eigen agenda hebben. Dit alles maakt dat het onderzoek zeer kostbaar gaat worden, geld dat we ook beter op een andere manier kunnen gebruiken. Misschien dat er een combinatie gemaakt kan worden en dat de JSF ingezet wordt voor het onderzoek naar schaliegas: naar ik heb begrepen kunnen vliegtuigen zich ook zeer goed de grond in boren.