(Of: "Wuiven we volgend jaar een groot eiland aan de kust uit en kunnen geen deuk in een pakje boter slaan?")
Kijkt u de laatste tijd ook wel eens vertwijfeld naar het nieuws? Brandt u dan ook niet de vraag op de lippen: “Maar waarom doen ze dat dan?”
Misschien is het wel goed even terug in de tijd te gaan. We schrijven 18 april 1952, de ondertekening van het oprichtingsverdrag van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal, krap 6 jaar na het einde van de 2e Wereldoorlog in Europa. Zeg maar een even lange tijd als de iPad nu bestaat (uitgebracht in januari 2010).
Inmiddels is deze, oorspronkelijk door België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland opgerichte, gemeenschap uitgegroeid tot een redelijk volwaardige unie van 28 (Europese) landen met zelfs een (gedeeltelijke) eigen munt.
Om dit in een het juiste historische perspectief te plaatsen: inmiddels hebben we in Europa (met uitzondering van een paar Balkan landen) al 71 jaar in Europa geen oorlog meer gehad, zeg maar ruwweg de tijd van onze 80 jarige oorlog (deze omvatte een bestand van 12 jaar).
Helaas ben ik geen historicus, maar ik schat dat de langste aansluitende periode dat we vroeger in Europe vrede hebben gekend de 10 jaar niet overschrijdt. Zo bezien is dit een enorme prestatie.
Eigenlijk zou ik nog een stap verder willen gaan. De EU zoals we die nu kennen is een reusachtig experiment dat, zeker op deze schaal, in de geschiedenis van de aarde nog nooit vertoond is. Een vredelievend samengaan van oorspronkelijk autonome naties die gaandeweg zijn gaan beseffen dat ze als individuele naties in het mondiale geweld van landen als Amerika, China, Rusland en opkomende landen als India en Brazilië diplomatiek en economisch het onderspit zouden delven.
Hoewel er veel is aan te merken op de Europese besluitvorming en de manier waarop er landen bij de Unie zijn “gerommeld” ben ik toch van mening we er alles aan moeten doen om de onderlinge samenwerking te verstevigen en uitwegen uit de huidige crisissen te vinden.
Ondanks dat ik geen voetbal fanaat ben heb ik een enorme bewondering voor de, soms onbegrepen, wijsheden van onze enige voetbalheld Johan Cruijff. Voor de huidige situatie is deze uitspraak van hem bijzonder toepasbaar. Vooral als we voetbalploeg door EU en spelen door besturen vervangen:
“Er zijn veel mensen die kunnen zeggen dat een voetbalploeg slecht speelt; er zijn weinig mensen die kunnen zeggen waarom ze slecht speelt en er zijn slechts een paar mensen die kunnen zeggen wat er moet gebeuren om ze beter te laten spelen”.
Zo beschouwd kun je een groot deel van de politici, vooral de nationalistische, prima vergelijken met het clubje afgeleefde commentatoren die er aan het einde van elke wedstrijd niet genoeg van kunnen krijgen zichzelf te horen praten en denken dat zij het zijn die weten hoe het zou moeten.
Betrekken we dit beeld op, zeg Groot Brittannië, dan wordt duidelijk wat een risico Cameron neemt door een referendum uit te schrijven. Nu bemoeit iedereen zich hiermee. Bij voorkeur niet gehinderd door rationaliteit en vooral geleid door nationalisme en verhitte gemoederen. De perfecte ingrediënten voor een totale mislukking.
Zolang alle betrokkenen, tegen beter weten in, denken dat zij behoren tot “die paar mensen die kunnen zeggen wat er moet gebeuren om ze beter te laten spelen” lijkt het losgooien van de ankers en wegzeilen van het eiland UK slechts een kwestie van tijd, ons aan de kust achterlatend om ze uit te zwaaien.
Mochten we hierdoor geïnspireerd bij een volgende verkiezing gaan stemmen op partijen die het uit de EU stappen tot prioriteit hebben gemaakt dan is de vergelijking compleet!
Weer hebben we onze grote voorganger en filosoof niet echt begrepen en lijken we sprekend op het huidige Nederlands elftal dat er ook niet in slaagt een deuk in een pakje boter te slaan!