Column & Opinie

Stap opzij, stap achteruit, twee stappen vooruit

Deze column zou kunnen gaan over een dansje. Als het gaat om economie en technologie, dan lijkt het soms een rituele dans, zeker als de politiek zich er mee gaat bemoeien. Laat ik niet te cynisch doen. Het is zeker goed dat de politiek zich bewust is dat technologie relevant is voor de economie, meer nog, voor de maatschappij. In die zin was de rituele dans rond het tekenen van het Techniekpact berepositief. Zo'n show hoort er bij, anders pikt de landelijke pers het niet op.

Dat dansen rond elkaar, elkaar besnuffelen, met elkaar in een ritme komen, dat is altijd belangrijk als je van technologie naar economie wilt komen. Het ritueel is hoogst actueel in een tijd van aanhoudende recessie. We zitten net zo zwaar in een meerjarige dip als in de jaren tachtig van de twintigste eeuw. De prijs van de huizen daalde toen met dertig procent en de hypotheekrente liep op naar 17 procent. Het woord ‘doemdenken’ werd uitgevonden en de kwaliteit van de popmuziek daalde naar een zeer bedenkelijk niveau.

Het recept van toen voor herstel van de groei lag in de doorbraak van nieuwe, disruptive technologie, die in aanleg al veel langer aanwezig was: de micro-elektronica. Natuurlijk gebeurde er nog veel meer, maar die elektronica, dat was toch een heel centrale factor. De werkloosheid was enorm en het lag volgens de vakbondsleiders allemaal aan die vermaledijde elektronica. Automatisering maakte handarbeid overbodig. Ik studeerde in Utrecht en alles kwam weer op gang in de tijd dat de voorloper van CAP Gemini, de jonge firma Volmac, massaal werkloze afgestudeerde historici, biologen en chemici begon te werven om hen te kunnen detacheren als ‘programmeur’. Het was een stap opzij. We deden met z’n allen een stap achteruit en daarna twee, nee vijf, stappen vooruit.

Hoe kort van memorie is de maatschappij. Ik sta af en toe versteld van wat mijn eigen zoons niet weten. Maar ja, bedenk ik opeens, ik heb het ze ook niet verteld. Waarom ook, zo kort geleden, dat weet toch iedereen?

In twee prachtige workshops heb ik het recent mogen beleven, die rituele dans waarin we opzij en achteruit gingen om sprongen vooruit te kunnen maken. De eerste was met DevLab, de coöperatieve researchgroep van twaalf FHI-bedrijven, samen met de nieuwe branchegroep voor gebouwautomatisering. Met hun revolutionaire draadloze sensornetwerktechnologie namen de DevLab mensen de gebouwautomatiseerders mee, een stap opzij. En die gebouwenboys waren net een paar stappen achteruit aan het doen. De kantorenmarkt ligt op haar achterste. “Bedenk eens wat je aan nieuwe business zou kunnen genereren met deze technologie” luidde de opdracht. Alsof het weer 1984 was, popte het hergebruik van oude leegstaande gebouwen op. Als je al een installed base hebt, dan kun je met die draadloze sensornetwerken, zonder zware centrale computers, alles automatiseren door organische opbouw van eindeloos uitbreidbare systemen. De uitersten vonden elkaar: de hoogtechnologische ‘uitvinders’ en de superpraktische installateurs. De ‘pas de deux’ kan worden gemaakt.

Dan die tweede workshop, over flowchemie en procesintensificatie bij chemieproducent Huntsman, Plant-One in de Botlek. De zware chemie ontmoette de micronanotechnologie. Als dat geen stap opzij is…. Ben je gewend aan grofstoffelijke installaties waarin je moleculen met elkaar laat reageren, dan is het echt een disruptive andere beweging om dat te doen in microreactoren. Dan moet je heel wat stappen terug in termen van hoeveelheden. Kun je dan wel in leven blijven, genoeg omzet genereren? Chemici en instrumentatiemensen, elektronici, moeten het opeens direct met elkaar doen, weer zo’n pas de deux, misschien wel de trois of quatre. En als de procestechnologen opeens ook heel anders moeten gaan denken, ja dan is er wel wat scepsis te overwinnen. Komt bij dat de chemische industrie het eigenlijk nog helemaal niet zo slecht heeft. Oké, we weten nu wel dat de Amerikanen tot het uiterste gaan om de mythe rond schaliegas verder uit te bouwen: ‘gratis’ energie aan de overkant van de oceaan. We voelen dus wel een beetje druk dat komende investeringen wellicht eerder daar dan hier worden gedaan als het gaat om meer van dezelfde fabrieken.

Het kunnen ook in dit traject echt grote stappen voorwaarts worden. Alle groene Jeremy-Rifkin-doelen en beloftes kunnen waargemaakt worden: dramatisch meer opbrengst per hoeveelheid energie en hoeveelheid grondstof en nog biologisch ook. Een footprint waar slechts een fractie van overblijft, ook letterlijk. Zelfs de pilot van een nieuw katalyseproces is een dinosaurus in vergelijk tot een microreactorfabriekje. Inderdaad, we praten al een jaar of zes over procesintensificatie. En in die zes jaar zijn gigantische technologische stappen gemaakt. Nu nog in de maat gaan dansen met de economische beweging.

Ook leveranciers van ‘traditionele’ componenten, instrumenten, subsystemen zullen het merken. Zij moeten het nu al niet meer hebben van significante nieuwbouwprojecten. Die zijn er niet meer. Vervanging en revamping, daar kun je soms nog een goede boterham mee verdienen. De echte stappen gaan gemaakt worden door degenen die de stap opzij hebben gemaakt of alsnog maken.

Het gaat nog wat tijd kosten en een extra zetje in de rug, als de val van de Berlijnse muur, zit er nu niet echt in, maar vooruit dansen zullen we. En dat hoeft heus niet Great Gatsby like, op een vulkaan.