Column & Opinie

Samen uit maar niet samen thuis bij gezamenlijke technologische innovatie

(Dit gaat over een waargebeurde casus; om herkenning van de werkelijke bedrijven te voorkomen, zijn de namen veranderd.) Memphis en Draft ontwerpen en bouwen computergestuurde high-tech productielijnen. Memphis heeft eerder door Draft "Mezi"-productielijnen laten bouwen, onder een geheimhoudingsovereenkomst. Memphis heeft een octrooi aangevraagd op een door haar ontwikkelde "Trex"-productielijn. Memphis vraagt de gespecialiseerde ontwerper Janssen om de Trex-productielijn aan te passen naar een ‘high capacity line' en vraagt Draft om in overleg met Janssen de Trex High Capacity Line te bouwen. Draft bouwt twee Trex High Capacity Lines, zonder geheimhoudingsovereenkomst.

Memphis vraagt Draft om een derde Trex High Capacity Line. Kort daarna bericht Memphis: stop maar met de voorbereiding. Later: ga maar door, maar dan zonder elektrisch systeem. Reactie Draft: we willen uw opdracht niet meer. En terecht, make up your mind! De perikelen leiden uiteindelijk tot een hoog oplopend conflict en een kort geding. Memphis wil afgifte van de verstrekte en ontwikkelde specs, gegevens en schema’s en van de (broncode van de) software voorde PLC-besturing en de HMI, èn een verbod om de info ooit nog eens te gebruiken. Want, zegt Memphis, Draft had de overeenkomst niet op deze manier mogen beëindigen. Welke overeenkomst, denk ik dan, het waren losse opdrachten waarvan de laatste is geweigerd. Memphis meent auteursrecht op de gevorderde gegevens te hebben en vindt dat deze tot haar geheime bedrijfsinformatie behoren. En, trouwens, wat moet Draft met die informatie als ze de productielijn niet willen bouwen?!

Niks ervan, zegt Draft. Er ìs helemaal geen overeenkomst en bovendien: we hebben deels het auteursrecht wegens onze creatieve inbreng, en de keuzes die we hebben gemaakt bij het ontwerp zijn gebaseerd op onze dertig jaar knowhow. Die geven we niet zomaar vrij. Dus, kaatst zij de bal terug, geven jullie maar aan ons alle gegevens terug die je van ons hebt gekregen! Het klassieke spel: als jij iets van mij eist, reageer ik met dezelfde eis terug en dan liefst nog met een nèt iets zwaardere eis … Waar dat naartoe leidt, voel je aan je water: nergens, zoals we zullen zien.

Of er een overeenkomst is en of die dan op juiste manier is beëindigd: de kortgedingrechter waagt zich er niet aan, omdat er eenvoudig onvoldoende bewijs aan beide kanten is. Dus gaat de zaak verder over het auteursrecht en knowhow/bedrijfsgeheimen.

Memphis is aan het woord: ik heb een octrooi op de Trex. Ik heb Janssen ingehuurd om de Trex te verbeteren. Ik heb met hem afgesproken dat hij auteursrechten aan mij zou overdragen. Draft is slechts de bouwer, op functionele keuzes van een bouwer zit geen auteursrecht.

Dat gaat er niet in bij Draft: “de Trex moest geheel opnieuw worden ontworpen, het is niet voor niets dat er geen geheimhoudingsovereenkomst is. En we hebben behoorlijk creatief samengewerkt met Janssen, dus medeauteursrecht. En wíj hebben de software geschreven, dus die broncode kan je vergeten. De door ons ontwikkelde elektrische, pneumatische en gasschema’s borduren voort op de door ons opgebouwde knowhow, dus die krijg je ook niet.”

De kortgedingrechter zucht, kijkt op de klok en geeft aan dat hij knopen door moet gaan hakken. Eigenlijk is het heel simpel (maar niet leuk): what has been seen can not be unseen. Afgifte van knowhow/bedrijfsgeheimen is onomkeerbaar, want na afgifte kan het gebruikt worden. En voordat ik als kortgedingrechter iets onomkeerbaars doe, moeten de feiten voldoende vast staan. Dus ga ik kijken naar de de intellectuele-eigendomsrechten. Daarover is niets vastgelegd tussen Memphis en Draft. Er is wel een octrooi(aanvraag), maar die is op de “oude” Trex. Over de broncode is niets afgesproken, dus geen afgifte. Auteursrecht op het overige: Memphis, noch Draft heeft iets bewezen. Volgens Janssen heeft hij een compleet ontwerp aan Draft geleverd. Volgens Draft is er slechts een basis aangeleverd, die Draft verder heeft ontwikkeld. Geen spat bewijs aan beide kanten, dus ieder mag blijven houden wat hij in bezit heeft. Zei ik het niet!? Dit soort discussies leidt nergens toe.

De moraal van dit verhaal bevat vele facetten. Allereerst is het goed om te beseffen dat er bij technologische ontwikkelingen meerdere (soms onverwachte) intellectuele-eigendomsrechten mogelijk zijn. Sommige van die rechten ontstaan alleen door registratie, zoals octrooi en modelrecht. Maar andere ontstaan ‘spontaan’, bij de (door)ontwikkeling van de technologie, zelfs zonder dat je er iets bij vermeldt (bijvoorbeeld ©, ® of TM). Dat is dan meestal het auteursrecht of het niet-ingeschreven gemeenschapsmodelrecht. En die rechten kunnen ook nog eens (deels) bij meerdere partijen berusten! Dat die partijen dat zelf niet weten, komt ook regelmatig voor.

Een andere les, die eigenlijk logischerwijs uit de vorige volgt, is: àls het om technologische innovaties gaat en zeker bij samenwerking en co-creation daarbij is het noodzakelijk dat vooraf wordt gedocumenteerd wie welke knowhow en intellectuele eigendomsrechten heeft en inbrengt. Verder dient vastgelegd te worden welke rechten de ander daarop krijgt, zowel tijdens de ontwikkeling, als na beëindiging ervan. Maak ook onderscheid tussen een regulier einde en een voortijdige breuk! (Bijna) Last but not least: leg vast wie de rechten verkrijgt op samen ontwikkelde kennis.

Belangrijkste les: àls je dan al niet goed vastlegt en documenteert, ga dan in ieder geval geen ruzie maken. Ga zeker niet verder ruziën in de rechtzaal; leuker wordt het zeker niet, wel duurder.

Hub Dohmen,
Dohmen advocaten in techniek