Even een herhaling uit een stukje tekst in juni 2020: "Vanuit politiek, media en deskundigen werd in april geroepen, dat het overduidelijk was dat Europa zich teveel afhankelijk had gemaakt van productie uit China en India. Er ontstond behoefte aan lokale productie." Dat hebben de genoemde partijen reshoring genoemd.
Het is altijd fijn om zaken simpel te houden. Het streven van de Europese overheden is om minder afhankelijk te zijn van productie in andere regio’s van de wereld. Dat klinkt logisch. In het geval van de persoonlijke beschermingsmiddelen voor de zorg was er een enorm tekort aan mondkapjes, schorten, handschoenen en beademingsapparatuur. Als je opeens sterk afhankelijk bent van één land, dan is reshoring een normale wens.
Tsja, zo zijn bedrijfsketens de afgelopen decennia wel ingericht. In een documentaire van de BBC heb ik wel eens gezien hoe een potje hazelnootpasta gemaakt wordt met een wereldwijd netwerk van toeleveranciers. We willen zaken simpel houden, maar de realiteit is complex en weerbarstig.
Stel je dus eens voor, dat je heel snel heel veel mondkapjes wenst te hebben. Dan wil je niet ieder mondkapje testen op de kwaliteit. Daar hebben we een simpel systeem voor en dat uit zich in een certificaat. Wat blijkt nou? Die certificaten worden vervalst of (als je toch gaat testen) de kwaliteit blijkt toch niet aan de normen van het certificaat te voldoen. Het liefst houden we het simpel: efficiënte bedrijfsketens, administratieve afhandeling van de kwaliteit en verschuiving van productie naar diensten. Dat was al een feit op mijn middelbare school.
Maar goed, het is dus niet zo simpel.
De Europese Unie is voor Covid-19 al bezig geweest met reshoring. De voorbeelden die ik lees op de European Reshoring Monitor gaan over medicijnen, elektronica, machines, metaalproductie en voedingsmiddelen productie. De vraag is echter of dat enkele voorbeelden zijn in een massa van voorbeelden die nog steeds de andere kant opgaan.
Vanuit technologisch oogpunt is een intensievere Europese samenwerking gewenst. Welke richtlijnen hebben wij met elkaar opgesteld en wat vinden wij dus van belang? Antwoorden op die vraag geven vanzelf aan wat wij strategisch van aard vinden en die zaken gaan wij gewoon in Europa maken. Dat is dan niet alleen fijn voor de maakindustrie. Dat is ook fijn voor de waarden die we met elkaar delen en dus in willen samenwerken.