Column & Opinie

Meer met minder, – = +

Het Engels zegt het vaak, niet altijd, wat krachtiger dan de Nederlandse taal. ‘Less is More' vertalen wij als ‘meer met minder'. Doen we natuurlijk vanwege de mooie alliteratie. Maar ziet er toch iets minder ‘to the point' uit. En als je bij Google afbeeldingen zoekt op less is more, dan krijg je inderdaad - = +. Als je dan verder kijkt, dan kom je uit bij het minimalisme, de kunst- en designstroming van Philip Glass en Mondriaan, van Simeon ten Holt met zijn Canto Ostinato. Damien Hirst, die van die schedel vol diamanten, de tierelantijnen van Richard Strauss, de extravagantie van de Russische nieuwe rijken, de uitwassen van the Wolf of Wall Street, het zijn beelden in de spiegel van de soberheid.

De bankencrash van 2007 en alles wat in de slipstream daarvan kwam, van DSB tot en met het onbetaalbaar worden van ons zorgstelsel, het heeft ons weer eens met de neus op de feiten gedrukt. In de lange recessie die daarop is gevolgd zijn we nog steeds zoekende. We zoeken naar een ander model dan winstmaximalisatie, dan piramidale groei op groei op groei, het model dat onvermijdelijk leidt naar een nieuwe afgrond. We zijn er nog steeds mee bezig, tastend in het duister, nu langzamerhand met een klein beetje licht. Het is het thema van het FHI-federatiecongres 2014, ‘Meer met Minder’.

Met de term ‘duurzaamheid’ is ‘less is more’ ook al weer gehypet. U kent ze wel, de organisaties en personen die hun groei, vooral de groei van hun eigen status en inkomen, baseren op het aanwakkeren van angst, het voorspiegelen van kwakzalverachtige ‘oplossingen’. Iemand die tast in het duister leidt je gemakkelijk een poosje rond in een doolhof, zodat je alle tijd hebt om zijn zakken te rollen. Dat houdt pas op als al zijn zakken leeg zijn. Waar het gaat om de overheid, is dat stadium nu al aardig bereikt. In de branche Gebouw Automatisering betekent dit bijvoorbeeld dat duurzaamheid al geen doorslaggevend verkoopargument meer kan zijn. Maar als we het terugbrengen naar waar het voor staat, dan klopt het natuurlijk wel. Meer met minder is echt duurzaam. Wie goed omgaat met schaarse middelen, grondstoffen, geld, menselijke arbeid, wie er meer mee doet, realiseert, die kan er langer mee toe, is duurzamer.

In het FHI-federatiecongres wordt het thema opgepakt waar het misschien wel het meest expliciet is, in de zorg- en gezondheidssector. Wat moet daar veel te verbeteren zijn, gezonder kunnen worden gemaakt. Vanuit de gedachte dat gezondheid onbetaalbaar is, werd geredeneerd dat kosten noch moeite mochten worden gespaard. Wie binnen zo’n sfeer rijk wilde worden, kon altijd alles aanbieden tegen woekerprijzen, voor ‘wat de gek er voor geeft’. Als er eenmaal zo’n cultuur is gegroeid, dan wordt het moeilijk om het kind van het badwater te onderscheiden. Als de wal het schip gaat keren, dan blijkt er opeens te worden gesneden in kosten waar die onvermijdelijk zijn: iemand die echt ziek is, krijgt opeens geen zorg meer.

Vertalen we dat naar die andere sector waar het misging, de banken: een normaal kredietje is opeens niet meer te krijgen. Die sector pakt FHI dus ook meteen mee in haar federatiecongres. Hoe gaan we de technologie inzetten als sleutelfactor om met minder meer te kunnen realiseren? Met minder geld meer omzet realiseren. Met minder arbeidsuren meer productie leveren. Met minder belasting meer overheidstaken werkelijk invullen. Met minder verzekeringspremie meer mensen gezond houden, genezen.

Dit verhaal stond al een poosje toen opeens het woord ‘minder’ een extra lading kreeg, zeker bij een drievoudige herhaling. Het leert meteen weer dat je van middel geen doel moet maken. Het ‘minder’ mag net zo min doel op zich worden als het ‘meer’. Natuurlijk gaat het uiteindelijk om de balans, het streven naar een beter leven met elkaar, het voorkomen dat zaken uit de hand lopen. “Je moet met jouw lichaamsgewicht goed in je afzet hangen” hoorde ik schaatser Bob de Jong zeggen. Hij bedoelde dat om uit te leggen hoe je op de lange afstanden met gebruik van zo weinig mogelijk energie zo hard mogelijk schaatst. Maar als je daarin doorschiet, dan overkomt jou het ergste wat er kan gebeuren bij het schaatsen: je gaat op je snufferd.

Meer met minder, maar balans blijft belangrijk.