Column & Opinie Kees Groeneveld

Over Kees Groeneveld

Onafhankelijk expert technologie, marketing en maatschappij.

Het M-woord, cleanrooms en de lekker-werk-frustratie

"Heb jij ook de bank beroofd?", zo begroette een bevriende ondernemer mij in de supermarkt, brother in crime. "Na één keer gebruik moet je ze weggooien", wist een ander te vertellen. "Marketingtruc" was mijn reactie, vergelijkbaar met winterbanden.

Bij mij in huis is het woord taboe. De radio op muziek; de tv zonder geluid. Het komt je neus uit. Hoe ironisch kunnen onze uitdrukkingen zijn. Ga eens op bezoek bij ASML of welk willekeurig bedrijf of onderzoekscentrum waar cleanrooms operationeel zijn. Iedereen staat daar te popelen om zijn of haar gezicht te verhullen. “We gaan iets bijzonders ervaren!” Hoe frustreer je de economie, het ‘lekker aan het werk zijn’? Lukt dat met een non-discussie die je opklopt tot levensvraag? Of helpt het juist om iedereen te laten praten over iets onbelangrijks en vervolgens ‘onder de pet’ stiekem je gang te gaan en nog rijker te worden? Het lijkt wel een soort Poetin-dilemma, Trump-strategie. Als je in een kantoor van Shell de trap op of af loopt, dan mag je niet in elke van jouw twee handen een tas dragen. Er moet altijd één hand aan de trapleuning zijn. Waarom? Veiligheid! Uhhh? Overdreven toch? Het is psychologie, gedrag aanleren. Wil je dat mensen zich volgens automatismen veilig gedragen in risicovolle situaties, in chemische fabrieken, op boorplatforms, dan begin je bij de situaties die misschien niet zo voor de hand liggen. Daar kennen we een woord voor, dat een beetje uit de mode is geraakt: ‘droogzwemmen’. De psychologie van de smoeldoek, dat is de moeite die we hebben met de rem op de maakbaarheid van onze economie. Maar tegelijk is het de psychologie van de noodzaak en de bereidheid om er mee te leven, dat beetje ongemak. Het er gewoon niet over hebben, normaal doen, alsof je in de cleanroom staat, aan het werk.