Of hoe de Nederlandse politiek weer eens achter de feiten aan holt. Het is weer feest, we hebben nu een minister die de gloeilamp in de ban wil doen, want hij verbruikt zoveel energie!Daarin heeft ze natuurlijk gelijk, ondanks de enorm efficiënte productie en (ondanks alles) opgeschroefde efficiëntie blijft het een energie ongunstige lichtbron. Maar…
Of hoe de Nederlandse politiek weer eens achter de feiten aan holt.
Het is weer feest, we hebben nu een minister die de gloeilamp in de ban wil doen, want hij verbruikt zoveel energie!
Daarin heeft ze natuurlijk gelijk, ondanks de enorm efficiënte productie en (ondanks alles) opgeschroefde efficiëntie blijft het een energie ongunstige lichtbron. Maar om hem dan na 150 te verbannen?
Verbazingwekkend is echter het volkomen voorbijgaan aan de wat verborgen energieverspilling in de vorm van stand-by verbruik. Hier valt nogal wat te winnen, een gemiddeld huishouden verstookt zo’n 450KWh per jaar aan deze verborgen verbruikers. En hiervan komen er elk jaar weer meer van bij! Denk maar aan de oplader van de mobile telefoon, elektrische tandenborstel, ADSL- of kabel modem, ethernet switch etc.
Wat kunnen we hier nog besparen? Tenslotte worden deze apparaten slecht een beperkt deel van de tijd daadwerkelijk benut.
Hier ligt nog een belangrijke maatschappelijke taak op ons te wachten, de reductie van het stand-by vermogen!
Dit is nog niet zo eenvoudig als het lijkt, de oplossing zal zowel goedkoop als effectief moeten zijn. Wie pakt deze handschoen op?
Laten we ook eens proberen wat feitelijker naar specifiek de verlichting te kijken. Een gemiddeld gezin in Nederland verstookt ongeveer 540KWh elektriciteit aan verlichting per jaar. Dit is ongeveer 17% van het totale elektriciteitsverbruik van een gemiddeld huishouden (3300KWh).
Over hoeveel lichtpunten praten we hier eigenlijk? Ik schat dat een gemiddeld huishouden zo’n 35-40 lichtpunten heeft. Hiervan zal zo’n 20% al uitgerust zijn met TL verlichting en/of spaarlampen. Daar valt dus niet veel meer op te bezuinigen.
Daarnaast kennen veel huishoudens sfeerverlichting in de vorm van halogeenlampen. Deze zijn al weer 30% zuiniger dan de gloeilamp. Als we uitgaan van weer 20% halogeenlampen houden we nog zo’n 22 lichtpunten met gloeilampen over. Deze moeten dus vervangen worden door spaarlampen?
Het gaat hier om 400KWh per jaar, deze zou dan terug gebracht kunnen worden naar 100KWh per jaar. Een besparing van 10% van het elektrische energieverbruik van een huishouden. Dit is lijkt erg zinvol, maar moeten we dan nu direct maar de gloeilamp verbieden?
Ik zou willen voorstellen nog even iets verder te kijken, er komt een nieuwe verlichting aan, de LED verlichting, de nieuwste LED’s hebben nu al een hoger rendement dan de spaarlamp en dit wordt alleen maar beter!
Daarnaast is de productie van LED’s eenvoudiger, zijn ze minder lomp en kunnen makkelijker passend voor bestaande armaturen gemaakt worden.
Veel van deze LED technologie is nu al in Nederland beschikbaar, niet alleen Philips werkt hier hard aan, maar in en rond Eindhoven zie je veel bedrijfjes ontstaan die zich hiermee bezig houden.
Als politici nu eens niet alleen van anderen vragen energie beter te benutten, maar zelf het voorbeeld te geven door niet te verbieden, maar te stimuleren, zou dat dan niet veel effectiever zijn?
Politiek: “Stimuleer de Nederlandse technologische bijdrage aan de ontwikkeling van LED’s voor verlichting en leun rustig achterover en zie hoe in een aantal jaren de LED aan z’n opmars begint en het rendement van de verlichting omhoog gaat”.
Jan W. Veltman, Business Development
Commint Consultancy BV, jan.w.veltman@commint.nl