Elektrotechniek
30 oktober 2018

De juiste revisietekeningen

Onmisbaar voor iedere gebouwbeheerder

Tien jaar geleden kwam er een apparaat op de markt waarmee in elke installatie achteraf uitgezocht kan worden welke WCD’s op welke groep in de schakel- en verdeelinrichting zijn aangesloten (zie het artikel ‘Groepenzoeker Reviser’ dat op 14 april 2008 op onze site is geplaatst). Ondertussen is er veel veranderd. Niet alleen is er bedrijfstechnisch het een en ander veranderd, maar nog belangrijker zijn de veranderingen die gekomen zijn door de opkomst van LED-verlichting en het feit dat er nog meer belastingen op het net aangesloten worden die werken met schakelende voedingen. Dit alles heeft er toe geleid dat het totale concept van de groepenzoeker compleet op de schop is gegaan.

Even snel uitzoeken op welke groep een WCD is aangesloten, levert vaak grote problemen op. Met name bij oudere installaties ontbreken vaak de juiste tekeningen of aanduidingen van de opbouw van de elektrische installatie met als gevolg dat alleen door het uitschakelen van groepen en het kijken welke delen van de installatie spanningsloos geworden zijn, achterhaald kan worden hoe één en ander geschakeld is. Deze werkwijze is niet alleen heel onhandig, maar vaak ook niet wenselijk. Op het net zijn vandaag de dag te veel gebruikers aangesloten die niet zomaar uitgeschakeld mogen worden. Daarbij valt te denken aan computersystemen, WiFi-routers of bijna alle apparatuur in een ziekenhuis. Komen dergelijke gebruikers in de installatie voor, dan zal de groepenverdeling van de installatie achterhaald moeten worden zonder ook maar iets uit te schakelen. In die situaties is de Groepenzoeker II een ideaal apparaat.

De onderdelen
Bij de Groepenzoeker wordt gewerkt met een Pulser die het net met een karakteristieke digitale pulsvormige stoom van ca. 230 mA belast. Deze stroom is waar te nemen door de spanning te meten over de beveiligingen in de groepenkast. De impedantie van de installatieautomaten, aardlekschakelaars en zekeringen is net voldoende om daar met een gevoelig instrument de pulsvorige stroom van de Pulser te kunnen detecteren. Omdat de Pulser werkt met een specifieke digitale code die ook nog eens op een vastliggend moment binnen de periode van de netspanning uitgezonden wordt, kan de Tracer vrij gemakkelijk de code herkennen tussen alle eventuele netvervuiling door. Binnen 10 seconden heeft de Tracer over het algemeen wel of niet de pulsvormige stroom herkent en weten we of de WCD waarop de Pulser is aangesloten hoort bij de groep die op dat moment getest wordt.
De tijdsduur van 10 seconden is echter best wel lang. Vandaar dat men een zogenaamde Syncer heeft ontwikkeld die op een willekeurige WCD in de groepenkast wordt aangesloten en die als taak heeft om aan de Tracer de nuldoorgangen van de netspanning door te geven. Deze hoeft nu maar op drie momenten (we hebben immer een driefase netspanning) na de nuldoorgang te kijken of hij wel of niet een code meet.

Meer nieuws van MapTools
Meer nieuws over Elektrotechniek
Meer nieuws over identificatiesystemen/markeringen

Het laatste nieuws

Meer algemeen nieuws