Absolute multiturn-encoders

Deze positiegegevens kunnen worden opgevraagd via een SSI-interface met het BiSS-C-protocol. De interface met de line driver is gebaseerd op de RS422-standaard. Daarom is het mogelijk de motor/encoder-unit tot op vijf meter afstand van de controller te plaatsen. Het BiSS-C protocol is opgesteld voor industriële toepassingen waarin een hoge overdrachtssnelheid, flexibiliteit en minimale inspanningen bij het implementeren vereist zijn. Voor commutatie van de motoren zijn in principe geen digitale Hall-sensoren meer nodig. Met AEMT is sinus-commutatie mogelijk, evenals een zeer efficiënte werking van de motor met een minimale koppelrimpel. De encoder kan worden aangesloten op een netvoeding, maar ook op een reservebatterij of alternatieve energieopslag. Als de hoofdvoeding wordt uitgeschakeld, zal de reservebatterij de encoder nog steeds van voldoende energie voorzien om motoromwentelingen te detecteren en de multiturn-telling te verhogen of te verlagen. Op deze manier klopt de telling bij het opnieuw inschakelen van de hoofdvoeding nog steeds. Een nieuwe referentie-run is niet nodig. De multiturn-telling kan tijdens het opstarten via een extra interface-pin worden gereset.