Lopen is niet vanzelfsprekend

Zes micromotoren drijven de ondersteuning aan. Faulhaber ontwikkelde hiertoe een innovatieve, alles-in-één motor met een koppelsensor. Het is absoluut essentieel dat het skelet de natuurlijke gang van de gebruiker ondersteunt. De eerste trigger om te gaan lopen, is een kleine verandering van de beenpositie. Die verandering wordt gedetecteerd door gegevens te combineren van een inertiële meeteenheid, acht belastingsensoren in de zolen en de encoders van de motoren, die werken als positiesensoren van de gewrichten. Tijdens het lopen is de interactie tussen het apparaat en de gebruiker van cruciaal belang. Faulhaber heeft een koppelsensor ontwikkeld die deze interactie registreert en zo nauwkeurig de juiste ondersteuningsstrategie kan uitvoeren. De conventionele technologie voor koppeldetectie maakt gebruik van expansiestrips op de componenten die door de uitgeoefende kracht vervormen. Het zwakke punt is hierbij de lijmverbinding waarmee die strips bevestigd zijn. In het exoskelet zijn de strips vervangen door een meetsysteem met hoge resolutie. Faulhaber levert de zes aandrijvingen in het skelet. De centrale component hierin is de 3274 BP4 borstelloze motor met een diameter van 32 millimeter. Van alle verkrijgbare motoren in dit formaat levert deze het meeste vermogen. Een 42 GPT planetaire tandwielkast zorgt voor de overbrenging, met een as die speciaal is ontwikkeld voor deze toepassing. Een magnetische IE3-encoder levert de positiegegevens aan de controller. De koppelsensor is ingebouwd in de tandwielkasten van de vier motoren die de buig- en strekbewegingen ondersteunen.