‘Leerwerkplekken dreigen massaal te verdwijnen’

Leerwerkplekken voor jongeren, dreigen massaal te verdwijnen als gevolg van de economische crisis. Veel bedrijven kunnen de leerwerkplekken – waarbij werken en leren wordt gecombineerd – als gevolg van de recessie financieel niet meer opbrengen. De sociale partners uit de technische branches zien dit als een ‘zorgwekkende ontwikkeling voor de Nederlandse economie’ en stellen daarom…

Leerwerkplekken voor jongeren, dreigen massaal te verdwijnen als gevolg van de economische crisis. Veel bedrijven kunnen de leerwerkplekken – waarbij werken en leren wordt gecombineerd – als gevolg van de recessie financieel niet meer opbrengen. De sociale partners uit de technische branches zien dit als een ‘zorgwekkende ontwikkeling voor de Nederlandse economie’ en stellen daarom een noodpakket van 20 miljoen euro ter beschikking voor het behoud van leerlingen. Het geld wordt bijeengebracht door de verschillende opleidingsfondsen van de technische branches. Vandaag is een brandbrief verstuurd aan minister Bos van Financiën, waarin het technisch bedrijfsleven een appèl doet op het kabinet dit voorbeeld te volgen en ook publieke middelen te investeren in leerwerkplekken voor het beroepsonderwijs.

Het noodpakket is een initiatief van TechniekTalent.nu, het samenwerkingsverband van 31 organisaties uit de technische sector. Deelnemers aan ‘TechniekTalent.nu’ zijn onder meer FME-CWM, BOVAG, de Koninklijke Metaalunie, Uneto-Vni, Focwa, FNV Bondgenoten, CNV BedrijvenBond, De Unie en VHP Metalektro. Het samenwerkingsverband vertegenwoordigt meer dan 100.000 ondernemingen uit de technische sector.
Jan Derijck (Vice-voorzitter van TechniekTalent.nu): “Het verdwijnen van leerwerkplekken zal desastreus zijn voor de Nederlandse economische ontwikkeling én voor onze export. Je kunt het bedrijven niet verwijten dat ze deze plekken nu wegbezuinigen. Veel bedrijven zijn aan het overleven. Maar op termijn is het voor de Nederlandse economie een drama. Want we hebben die jongeren hard nodig als de economie over één of twee jaar weer aantrekt.”

Derijck doet ‘een dringend beroep’ op het kabinet om het voorbeeld van de sociale partners te volgen. “Er is meer nodig dan de 20 miljoen die de technische branches nu beschikbaar stellen. Het zal ook noodzakelijk zijn om publieke middelen te investeren in het behoud van leerwerkplekken voor het beroepsonderwijs. De meest eenvoudige en effectieve maatregel daartoe is het tijdelijk verhogen van de Wet Vermindering Afdracht Loonbelasting (WVA) voor scholing van € 2.655,- naar € 5.000,-. Tezamen met de door de sociale partners genomen maatregelen zal deze verhoging van de WVA ervoor zorgen, dat bedrijven ook in de huidige moeilijke economische tijden in staat zijn leerwerkplekken ter beschikking te stellen aan leerlingen in het kader van een BBL-opleiding.” Bovendien wordt met een dergelijke maatregel de ongebreidelde toestroom van BBL leerlingen naar de BOL (de voltijdsopleiding) voorkomen, hetgeen de overheid per saldo geld oplevert.
Instroom van jongeren is volgens Derijck ‘hard nodig’. “Ook het technisch bedrijfsleven telt veel oudere werknemers en die gaan de komende jaren allemaal met pensioen. Dat betekent een verlies van tienduizenden werknemers. En als dan ook de jongeren er niet meer zijn, omdat de leerwerkplekken zijn verdwenen, dan heeft de Nederlandse maatschappij een heel groot probleem. Dan hebben bedrijven niet voldoende goedgeschoolde werknemers meer om de productiviteit in stand te houden. En zal de roep om personeel weer tot grote hoogte stijgen, met alle gevolgen van dien voor de loonkosten. Dat willen wij als sociale partners koste wat kost voorkomen.”