Opleiding, training, onderwijs
Veel onwetendheid over omscholingsmogelijkheden naar techniek
58 procent van de potentiële zij-instromers geeft aan niet te weten waar ze moeten beginnen als ze zich zouden willen laten omscholen naar de techniek. Ook is de beschikbaarheid van subsidies voor omscholing vanuit de overheid, waaronder het STAP-budget, voor de meerderheid (56%) onduidelijk.
Dit blijkt uit de TechBarometer 2022 van technisch opleider ROVC, een onderzoek onder ruim 1.000 HR-beslissers in de technische branche, 2.500 technici en 1.000 potentiële zij-instromers.
John Huizing, directeur bij ROVC: “Het is zorgwekkend dat er zoveel onwetendheid is over initiatieven en subsidies vanuit de overheid voor omscholing. Er is momenteel geen keten waarin het enthousiasmeren, opleiden en het bieden van baangarantie samenkomt. Wat dat betreft is er weinig houvast voor een zij-instromer. Op dit vlak is dus nog werk aan de winkel.”
Gemiste kans
Dat er zoveel onduidelijk heerst, is een gemiste kans. De meerderheid van de potentiële zij-instromers (55%) vindt de techniek een aantrekkelijke sector om in te werken. Bovendien hebben zes op de tien potentiële zij-instromers (60%) positieve associaties bij het technisch vakgebied. Zij zien het technisch vakgebied voornamelijk als uitdagend, essentieel (beide 28%) en interessant (23%). Ook denken bijna negen op de tien potentiële zij-instromers dat het bedrijfsleven niet zou draaien zonder technici (88%) en bestempelen ze techniek als vakmanschap (87%).
Vooroordelen over werken in de techniek
Toch vindt een meerderheid (55%) van de potentiële zij-instromers een technische baan niet bij zichzelf passen. Een derde (32%) denkt bovendien dat een baan in de techniek lichamelijk te zwaar is. In totaal zou 44 procent van de potentiële zij-instromers willen dat ze handig genoeg waren voor een technisch beroep. Deze resultaten zouden een verklaring kunnen zijn voor het feit dat slechts één op de vijf serieus overweegt om over te stappen naar de techniek (14% van de vrouwen versus 25% van de mannen). Een kwart (26%) zou een technische cursus of (beroeps)opleiding willen volgen. Opvallend is dat vrouwen met name interesse hebben in trainingen waarin theorie en uitleg wordt afgewisseld, terwijl mannen de voorkeur geven aan vakopleidingen.
Huizing: “Hoewel potentiële zij-instromers zeker positieve associaties hebben bij het vakgebied, overweegt slechts een selecte groep daadwerkelijk de overstap. De meesten zien omscholing wellicht als een te grote, moeilijke, dure of drastische stap. Dat dit negatieve gevolgen heeft voor het technicitekort is duidelijk. Er liggen dus echt kansen om potentiële zij-instromers tot omscholing te bewegen door meer en beter te communiceren over de mogelijkheden. Te beginnen met het wegnemen van bezwaren rondom kosten en onjuiste associaties. En door te laten zien dat je in korte tijd al snel functioneel inzetbaar kunt zijn op basis van een persoonlijk ontwikkel- en opleidingsplan dat past bij individuele wensen, ook zonder eerdere ervaring.”