Beurzen, congressen, seminars, events
Onderzoek - ontwikkeling en innovatie
TU Delft Materials Week; hoe gaan we om met kritieke grondstoffen
Voor veel producten die we dagelijks gebruiken zijn kritieke grondstoffen nodig. Denk hierbij aan smartphones, zonnepanelen, medische hulpmiddelen of elektrische auto’s. De vraag naar deze kritieke grondstoffen neemt de komende jaren steeds verder toe, onder meer vanwege de energietransitie. Het probleem met kritieke grondstoffen is echter dat het metalen en mineralen zijn die we uit verre landen moeten halen terwijl we ze wél in grote hoeveelheden nodig hebben in Europa. Hoe daarmee om te gaan? Met die vraag in het achterhoofd organiseert TU Delft de Materials Week, die van 13-17 mei 2024 plaatsvindt.
Welke activiteiten vinden er plaats?
TU Delft heeft in feite alles in huis om Europa’s autonomie te verbeteren, stellen wetenschappers Benjamin Sprecher (Assistant Professor Critical Raw Materials and Sustainable Design) én David Peck (Associate Professor Critical Materials and Circulair Design) in deze longread. Met onderzoekers van alle andere faculteiten én ondersteunende staff werken Benjamin en David samen om het hoopvolle verhaal van kritieke metalen te kunnen onderzoeken en vertellen.
Dit verhaal wordt extra kracht bijgezet door de verschillende activiteiten die tijdens de Materials Week plaatsvinden. Nieuwsgierig naar de verschillende activiteiten, waaronder dit seminar en dit Europese verkiezingsdebat? Check dan de Materials Week-pagina.
Tijdens de Materials Week laat TU Delft zien wat ze allemaal doet op het gebied van kritieke grondstoffen en hoe dit bijdraagt aan het Europa van de toekomst. En dat is niet geheel zonder reden. In de week van 13-17 mei vindt er namelijk een Europese top plaats over kritieke grondstoffen en wordt er ook van de EU-lidstaten verwacht dat ze nadenken over de Critical Raw Materials Act. Voor de universiteit twee belangrijke redenen om met een eigen Materials Week te komen.
Industrieel ecoloog Benjamin Sprecher: ‘Onze missie is de afhankelijkheid van andere landen voor deze kritieke metalen verkleinen. Daarnaast lopen we tegen planetaire grenzen aan; we willen met ons onderzoek bijdragen aan het behoud van de aarde. Dat kan bijvoorbeeld met onderzoek naar hergebruik en (betere) recycling van deze grondstoffen en metalen. Ook in de EU-strategie zal de circulaire economie een belangrijke rol gaan spelen. Hiernaast ontwikkelen we producten die langer meegaan of waarvoor je door slim design minder kritieke metalen nodig hebt, of helemaal géén. Ons recente batterijenonderzoek is hiervan een voorbeeld; waarbij batterijen zijn uitgevonden met natrium in plaats van het kritieke materiaal lithium.’