Economie / Financieel
Oorlog tempert optimisme industrie, stuwt prijzen
De NEVI Inkoopmanagersindex voor de Nederlandse industrie daalde van 60,6 in februari naar 58,4 in maart, wat duidt op tragere groei. Vanwege de oorlog in Oekraïne namen de nieuwe orders toe met het traagste tempo sinds oktober 2020.
Volgens sommige ondernemingen zorgt de oorlog in Oekraïne voor grote onzekerheid. De Nederlandse industrie is nog wel optimistisch, maar veel minder dan voor de invasie. De ’toekomstige productie-index’, die de vooruitzichten voor de productie over twaalf maanden meet, daalde van 73,5 in februari naar 63,4 in maart, een teken dat verwacht wordt dat de problemen voorlopig aanhouden. Sinds de introductie van deze indicator in 2012 nam het optimisme onder ondernemers alleen nog sneller af aan het begin van de coronacrisis.
Zoals verwacht heeft de oorlog in Oekraïne geleid tot stijgende kosten voor energie en materialen zoals metalen. Zowel de inkoop- als de afzetprijzen zijn scherp gestegen. Sinds de invasie zijn de prijzen voor gas en elektriciteit verder toegenomen. Metalen worden ook duurder, doordat Rusland en Oekraïne belangrijke leveranciers zijn van ijzer en staal. Vanwege de oorlog zijn de meeste fabrieken in Oekraïne gesloten. Azovstal, een van de grootste staalfabrieken van Europa, is vernietigd door beschietingen.
Behalve door de oorlog in Oekraïne worden toeleveringsketens ook opnieuw gehinderd door het coronavirus. Na vijf maanden van geleidelijk normaliserende toeleveringsketens zijn de levertijden weer opgelopen. De nieuwe lockdowns in China, zoals in Shenzhen en andere belangrijke industriesteden, zorgen waarschijnlijk voor vertraging van de toelevering van componenten zoals elektronica.