Beurzen, congressen, seminars, events
“De modernste technologieën zijn er voor de monteur. En niet andersom.”
Perry Jaspers is Technical Process Owner Electrical & Automation bij Yara, leverancier van op stikstof gebaseerde minerale meststoffen en industriële producten. Het bedrijf is de wereldleider in ammoniak, nitraten en speciale meststoffen. Hij geeft tijdens het Productie Proces Automatisering (PPA) event op 25 januari a.s. een plenaire lezing over Digital Production Platform (DPP), asset management en realisatie.
Zes jaar geleden is Yara begonnen aan haar digitale reis, en Jaspers geeft direct toe dat Yara precies dezelfde fouten heeft gemaakt als de andere grote eindgebruikers: software als doel, niet als middel. Jaspers gaf zes jaar geleden al aan, dat Yara geen nieuwe software nodig heeft, maar een nieuwe benadering: “Kunnen we problemen die we niet op een traditionele wijze opgelost krijgen op een andere manier aanpakken?”
Data is de eerste stap
“De eerste stap is data ontsluiten en eenvoudig toegankelijk maken. Maar als er een waarheid is binnen de proces industrie, dan is het: de data is beschikbaar, maar zeer ontoegankelijk.”
Wereldwijd heeft Yara alle control systemen verbonden met AWS, Amazon Cloud. In principe is alle proces data beschikbaar voor data-analyse. Dit is het Digital Production Platform (DPP). De volgende stap is waarde creëren uit de data.
De grootste uitdaging was de ontwikkeling van het Digital Production Platform (DPP), voornamelijk omdat de verschillende OEM’s (Original Equipment Manufacturer) op verschillende manieren met de Cloud communiceren. “Bijvoorbeeld: een systeem dat Yara gebruikte in India communiceerde niet met hetzelfde systeem dat in Europa gebruikt werd.” Nu is in het DPP alle data op een gestandaardiseerde manier beschikbaar. Dit maakt de verdere ontwikkeling vele malen makkelijker.
Alle data is beschikbaar. En nu?
Een van de voordelen, zegt Jaspers, is dat hij nu zelf pilots kan uitvoeren om te kijken of ze hiermee ook waarde kunnen creëren. Hij begint met de vraagstelling: waar is theoretisch de grootste waarde creatie mogelijk? Dit is binnen de groep van assets waar de grootste verliezen zijn. In het geval van Yara kom je dan al snel uit bij heavy rotating machinery. Maar dit zijn ook de extreem dure oplossingen. “Hier stoppen dan dikwijls de initiatieven onmiddellijk.” Hij heeft het hier over zeer prijzige zware turbine aangedreven compressoren. En daar komt nog bij dat deze compressoren behoorlijk storingsgevoelig zijn. Hij noemt als voorbeeld de salpeterzuur compressoren. Deze zijn zo complex, dat er wereldwijd maar één fabrikant is die deze compressoren aanbiedt. “Dit zijn zeer complexe systemen, waar heel weinig specialisten mee kunnen werken. In theorie zou je hier aan kunnen gaan sleutelen, maar omdat dit zo complex en kostbaar is, is de beslissing snel genomen: het werkt, we houden het zo.”
Vervolgens introduceerde Yara een waarde potentieel: “Wat is de verhouding van waarde over kosten.” Jaspers denkt hierbij aan allerlei conditie monitorsystemen die al geïnstalleerd zijn, maar nog niet (volledig) worden gebruikt. Voor betrekkelijk lage kosten zou Yara deze monitorsystemen beter kunnen gebruiken – in theorie. Nu geeft Jaspers de voorkeur aan vertrouwen opbouwen met simpele oplossingen. Kleine stapjes.
Een van de stappen die Yara heeft gezet is het oprichten van een eigen digitale groep. Deze groep specialisten hebben zelf op het Cloud platform verschillende oplossingen ontwikkeld. Zoals, on/of kleppen monitoring. On/of kleppen hebben altijd een veiligheidsfunctie; het gaat dan voornamelijk om de tijdspanne tussen commando en eindpositie van de klep.
De reis naar standaardisatie
Het grote probleem van systemen die ontwikkeld worden door de grote OEM’s is dat ze systemen ontwikkelen waar tal van alarmen op zitten die voor Yara nutteloos zijn. Deze complexe systemen leveren Yara geen waarde op, behalve heel veel inspanning. Eenvoudige oplossingen, zoals bij de on/of klep – setpunt en positie van de klep – leveren voor Yara direct waarde op.
De volgende vraag die Yara zichzelf stelde was of het zin heeft om een ‘remote monitoring centre’ op te zetten. Een centraal punt waar een aantal experts – al dan niet in een fysieke locatie – ondersteuning geven aan de verschillende sites. Jaspers is zelf een groot voorstander van deze oplossing. Want hij ziet dit als de enige manier om standaardisatie in de verschillende oplossingen te implementeren.
“We hebben een zee aan data, we hebben verschillende pilots, die beschikbaar zijn voor alle sites en nu gaan we kijken of we dit kunnen centraliseren, al dan niet fysiek.” Experts die de verschillende sites opvolgen en conditie-gebaseerd aan voorspellend onderhoud doen. Aan de operations kant richten ze zich ook op energiegebruik en efficiëntie van toepassingen op static equipment.
De clou voor Yara zit in de waardebepaling. “Elk jaar moet je een budget plan maken. En natuurlijk hebben we allemaal een lange termijn planning. Maar ook als je een perfect systeem hebt, zonder ‘technieker’ sta je nergens. Wat doe je waar? Het doel is niet data generen.”
Over bijvoorbeeld voorspellend onderhoud, geeft hij aan: “Wanneer je het hebt over voorspellend onderhoud, dan is de verwachting dat het systeem je precies vertelt wat de machine mankeert en wanneer. Maar dit is fictie en ligt nog heel ver in de toekomst. Wat we nu hebben, en wat we nu alleen maar willen weten: oké, de machine loopt binnen vooraf bepaalde parameters, hier hoef je nu niet naar te kijken. Zeker in het licht van een algemeen tekort aan middelen en mensen, biedt deze benadering een enorm voordeel. Voorspellend onderhoud kan heel goed aangeven waar je niet naar hoeft te kijken. De machine loopt goed.” Jaspers stelt dat deze benadering voor Yara een ‘eye opener’ was. “We hebben niet het nieuwste van het nieuwste nodig, en we hoeven niet alles te meten en alles te weten. We willen weten of een machine binnen een vooropgesteld kader ‘oké’ loopt. Zoals al gezegd, is een bijkomend voordeel, dat je hier niet het topmodel voor nodig hebt. Met vrij eenvoudige oplossingen kunnen we hier al komen.”
Data zou dus ingezet kunnen worden om middelen in te zetten waar ze nodig zijn. En niet waar we denken dat ze nodig zijn. Yara wil op deze manier data inzetten. Concreet toepasbaar, en waarde gedreven.
Auteur: Hans Risseeuw, FHI