Economie / Financieel

ABN AMRO: Nederlandse industrie aan de beterende hand

De Nederlandse industrie is aan de beterende hand. Vooruitlopend op het economisch herstel in 2021 en 2022 trekken de investeringen en daarmee de vraag naar veel industriële producten aan. Wel kan de opleving in 2021 geremd worden door tekorten aan onderdelen en materialen.

Voor producenten van bussen en vliegtuigen en hun toeleveranciers zal het herstel langer duren, terwijl de bouwproductie door de stikstofcrisis wordt gedrukt.

De paniek was compleet. Terwijl het ene na het andere Europese land op slot ging, raakten half maart 2020 voorraden van auto-onderdelen op. Doordat de Chinese overheid eind januari draconische maatregelen had getroffen in de oorlog tegen corona, stokte de aanvoer van Chinese auto-onderdelen, waardoor de gehele Europese auto-industrie de deuren moest sluiten. Pas twee maanden later kwam de toelevering van Chinese onderdelen weer op gang.

Nederland kent een vrij kleine auto-industrie, maar levert wel veel onderdelen en machines aan autofabrikanten in andere Europese landen. De sluiting van autofabrieken leidde tot een historisch snelle daling van de industriële productie. De terugval werd versterkt doordat veel ondernemingen in paniek raakten en orders annuleerden. In het tweede kwartaal daalde de productie met zo’n 11 procent.

Hoe anders was de situatie in 2019, toen enkele jaren van hoogconjunctuur de gemiddelde bezettingsgraad hadden opgestuwd tot het historisch hoge percentage van 84 procent. Aan het begin van de pandemie kelderde die naar circa 74 procent. Maar terwijl de dienstensector in het vierde kwartaal werd geremd door nieuwe lockdowns, zette het herstel van de industriële productie door. In februari 2021 lag de gemiddelde bezettingsgraad alweer op 80 procent.

De Nevi Inkoopmanagersindex voor de Nederlandse industrie (Nevi PMI) wijst op krachtig herstel. Over februari 2021 kwam de index uit op 59,6, de hoogste score sinds september 2018. Een score boven de 50 duidt op groei. Vrijwel alle seinen staan op groen, zoals de deelindicatoren voor productie, nieuwe orders en werkgelegenheid. Ook nemen de orderportefeuilles sinds november weer toe en zijn ondernemers optimistisch over de productie over twaalf maanden.

Lange levertijden vormen rem op herstel
Toch zijn er risico’s. Veel ondernemingen hebben tijdens de coronacrisis de voorraden verkleind om het vereiste werkkapitaal terug te brengen en zo liquide middelen vrij te spelen. Nu de vraag naar industriële goederen snel toeneemt, ontstaan aan allerlei onderdelen en materialen tekorten. Zo kampt de auto-industrie met een tekort aan chips, dat wordt veroorzaakt doordat autofabrikanten in 2020 te weinig hebben besteld. De chipfabrikanten hebben hun capaciteit aangewend om aan de hoge vraag naar chips voor datacenters, elektronica voor consumenten en apparatuur voor 5G-netwerken te voldoen. Op dit moment is geen capaciteit beschikbaar om onmiddellijk weer veel chips voor autofabrikanten te maken.

Ook machinebouwers kampen met een tekort aan onderdelen, zoals printplaten. Afgelopen week waarschuwde de Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK) zelfs voor een tekort aan grondstoffen. Er zijn ook berichten over een tekort aan spaanplaat. De deelindicator van de Nevi Inkoopmanagersindex voor levertijden over februari kwam uit op 22,7. Dat is nog lager dan in april 2020 aan het begin van de coronacrisis (25,3) en de laagste stand ooit gemeten. Een zorgelijk signaal, want een lagere score duidt op langere levertijden. Tegelijkertijd stegen de inkoopprijzen in het hoogste tempo sinds bijna tien jaar, een teken dat de vraag naar grondstoffen en onderdelen zeer groot is. De inkoopprijzen nemen ook toe door de hogere transportkosten als gevolg van de hogere tarieven in de nog altijd ontregelde containervaart. In veel andere landen is het beeld vergelijkbaar.

Positief is dat de afzetprijzen ook stijgen. Het is dus goed mogelijk dat veel industriële ondernemingen erin slagen de hogere inkoopkosten door te berekenen aan hun klanten. De langere levertijden en vooral het gebrek aan chips vormen echter wel een rem op het herstel. Indien kritieke onderdelen of materialen niet beschikbaar zijn, kan dat de productie afremmen of zelfs zorgen voor stilvallende productielijnen. Zo zag Volvo Trucks zich in februari genoodzaakt een productielijn voor vrachtwagens in Gent gedurende een week stil te leggen vanwege een tekort aan chips. Indien de tekorten de komende maanden aanhouden, is het de vraag hoe snel dergelijke achterstanden kunnen worden ingelopen. De tekorten zouden daarmee de industriële productie in 2021 kunnen remmen, zeker zolang bijvoorbeeld chipfabrikanten niet aan de grote vraag kunnen voldoen en er een tekort is aan capaciteit in de containervaart.

Industrie krijgt wind in de rug van breed herstel economie
Momenteel zijn de macro-economische omstandigheden nog moeizaam, maar daar komt zeer waarschijnlijk verandering in nu op grote schaal wordt gevaccineerd. In het basisscenario verwacht ABN AMRO dat de economie vanaf de zomer krachtig herstelt. De Nederlandse economie groeit in 2021 naar verwachting met 2,1 procent, dankzij meer export, overheidsbestedingen en private investeringen. Voor de gehele eurozone, die in 2020 gemiddeld genomen harder is geraakt, verwacht ABN AMRO in 2021 een groei van maar liefst 3,3 procent. De wereldhandel groeit naar verwachting met 7,6 procent ten opzichte van 2020. In 2022 zijn de beperkingen in verband met het coronavirus vermoedelijk echt voorbij. Dan trekt de groei verder aan; voor Nederland verwacht ABN AMRO in 2022 een groei van 4,1 procent, voor de eurozone 4,2 procent. Voor de Nederlandse industrie verwacht ABN AMRO voor 2021 een groei van 4 procent en voor 2022 een groei van 3,5 procent.

Prognoses industrie


Meer nieuws over Economie / Financieel