Onderzoek - ontwikkeling en innovatie
Nederland internationaal voorbijgestreefd in R&D-investeringen
Nederland investeert momenteel 2,3% van het bruto binnenlands product (BBP) aan onderzoek en ontwikkeling (R&D), wat neerkomt op jaarlijks 22 miljard euro. Ons land loopt hiermee ver achter op landen als Duitsland (3,1 %), België (3,5%) en Zuid-Korea (4,9%). De belangrijkste oorzaak zijn de beperkte private investeringen in R&D. De grootste in Nederland geregistreerde onderneming, ASML, staat met 3 miljard euro in 2022 wereldwijd op plaats 64 qua R&D-investeringen. Ter vergelijking, Apple staat op plek 4 en investeerde in datzelfde jaar met 24 miljard euro meer dan heel Nederland bij elkaar. Dat blijkt uit een nieuw factsheet waarin TNO de publieke en private R&D-uitgaven van Nederland vergelijkt met die van landen uit de EU en daarbuiten.
Veel buurlanden zitten al boven de EU-norm om jaarlijks 3% van het bbp te investeren in onderzoek en ontwikkeling (R&D). Ter illustratie, het gat tussen NL (2,3%) en Duitsland (3,1%) is ongeveer 7 miljard per jaar aan R&D-uitgaven. Buiten Europa in grote geïndustrialiseerde landen als Japan en de VS liggen de uitgaven nog hoger. Deze ontwikkeling sluit aan bij het recent verschenen rapport van Draghi om Europees meer in te zetten op innovatie om zo de Europese concurrentiepositie te versterken.
Achterblijvende private uitgaven
Dieper inzoomend op de cijfers blijkt dat een belangrijke oorzaak van de lage totale uitgaven aan R&D ligt aan de relatief beperkte private uitgaven aan R&D (zie figuur 2). Om tot de 3% doelstelling te komen is 1% voor rekening van de overheid en 2% voor rekening van private partijen. Zoals te zien in onderstaand figuur blijven deze private uitgaven achter.
Het Nationaal Groeifonds (NGF), dat de afgelopen jaren voor een stijging in publieke R&D uitgaven heeft gezorgd, heeft daarmee nog niet geleid tot een stijging van private uitgaven. Deze terughoudendheid van bedrijven heeft mogelijk te maken met de veelbesproken verslechtering van het Nederlandse ondernemers- en investeringsklimaat, met name voor de industrie. De oorzaak daarvan ligt onder andere bij de toegenomen regeldruk, de relatief hoge energieprijzen en allerlei vormen van congestie zoals op het elektriciteitsnetwerk, de wegen, de huisvesting en de arbeidsmarkt.
Dit is ook terug te zien bij de vijf Nederlandse ondernemingen met de hoogste R&D-uitgaven, waarbij ASML met 3 miljard wereldwijd op plaats 64 van de 2023 EU Industrial R&D Investment Scoreboard staat. De private R&D-uitgaven in Nederland worden voornamelijk gedaan door grote ondernemingen in Nederland. Bedrijven met 250 of meer werknemers vertegenwoordigen ongeveer 5% van de totale bedrijvenpopulatie in Nederland. Deze bedrijven zijn goed voor 67% van de totale R&D-uitgaven in ons land.
Daarnaast valt de verdeling van de R&D uitgaven tussen landen op. Nederland investeert bijna een derde in fundamenteel onderzoek, gericht op nieuwe kennis zonder dat er al enige specifieke toepassing of gebruik in zicht is. Terwijl andere grote geïndustrialiseerde landen als Japan, de VS en Zuid-Korea hun investeringen vooral richten op valorisatie en toegepast onderzoek gericht op producten en diensten. Nederland investeert verhoudingsgewijs veel in academisch onderzoek maar ons land slaagt er onvoldoende in om kennis naar de markt te brengen.
De weg terug naar de internationale innovatietop
Eerder berekende TNO al dat de private R&D uitgaven met zo’n 6,7 miljard per jaar moeten toenemen om de 3% ambitie te realiseren. Dit betekent dat bedrijven gestimuleerd moeten worden juist in ons land in R&D te investeren. De venture capital sector speelt ook een belangrijke rol bij het creëren van een effectief innovatie ecosysteem. Daarnaast zit veel Nederlands privaat kapitaal in pensioenfondsen (meer dan 1.600 miljard euro volgens De Nederlandsche Bank) dat ook voor innovatie aangewend kan worden. Het kabinet maakt vandaag de inzet op innovatie bekend in het regeerprogramma.