Vandaag de dag is de levensduur van veel elektronische apparaten niet meer dan een paar jaar. Het ultieme voorbeeld daarvan is de computer. In feite is hij al verouderd op het moment dat hij uit de winkel komt, want een sneller en beter exemplaar is meestal al beschikbaar.
Vaak is de prijs de enige reden om niet het allernieuwste te kopen, maar genoegen te nemen met een iets ouder model. En is de computer een jaar of drie oud, dan is helaas de techniek zover verbeterd, dat de waarde gedaald is tot nagenoeg niets en zelfs een kringloopwinkel al met scheve ogen naar de kast zit te kijken.
Voor auto’s geldt bijna hetzelfde, alleen daar zorgt een levendige tweedehandsmarkt er voor dat de waarde nog enigszins behouden blijft. Dit is echter de situatie van vandaag, want waarschijnlijk zal de komende tijd door de opkomst van de elektrische auto en maatregelen om het milieu te sparen ook voor het huidige autobestand hetzelfde gaan gelden als voor de computer. Weggooien of beter nog recyclen is dan de enige oplossing.
Deze trend van weggooien en nieuwkopen dwingt in feite iedereen om aan dit fenomeen mee te doen. Repareren is in veel gevallen geen optie meer, omdat het uurloon hoger is dan de waarde van het apparaat. En juist dit laatste zorgt er voor dat de kwaliteit in sneltreinvaart achteruit rent. Om een voorbeeld te noemen: onlangs kwam ik er achter dat de remlichten van mijn ruim 10 jaar oude auto het niet meer deden. Een snelle rondgang met de multimeter leerde mij dat de schakelaar boven het rempedaal de boosdoener was – een schakelaar die overigens de naam schakelaar eigenlijk niet waardig is. Na wat sleutelwerk hield ik een kunststoffen geval in mijn hand waarin twee messing plaatjes geschoven waren die door ombuiging van de uiteinden op hun plaats gehouden werden. Grote openingen zorgden er voor dat gemakkelijk stof, vuil en vocht naar binnen kon komen waardoor na 10 jaar de werking niet meer naar behoren was. Een prulding op een plek waar juist vanwege de veiligheid een kwaliteitsexemplaar verwacht zou worden.
Gelukkig kon ik met de welbekende spuitbus de schakelaar weer tot leven brengen, maar dit zou eigenlijk niet nodig moeten zijn. Had men een beter exemplaar gebruikt, dan was dit nooit gebeurd. Geschatte kosten voor deze reparatie in de garage zullen rond de 100 Euro liggen.
De grap van vroeger – als de asbak vol is koop je toch gewoon een nieuwe auto – is helaas actueler dan ooit. Nu er niet meer zo veel in auto’s gerookt wordt loopt de asbak immers veel langzamer vol.